Kipgehaktspiesjes met Aardappels

Prep Time
45 minuten
Porties
Serveert 3
Niveau
Gemiddeld
Deze kipgehaktspiesjes met kruidige aardappels zijn dé perfecte maaltijd als je iets lekkers en makkelijks wilt maken! Ze zijn eenvoudig te maken, boordevol smaak en perfect voor een doordeweekse maaltijd of een gezellig etentje.
Ingrediënten
Snijd de aardappels gelijkmatig. Zo garen ze gelijk en voorkom je dat sommige stukken te zacht of juist te hard blijven.
Laat de kruiden intrekken: Als je tijd hebt, marineer de aardappels een half uurtje met de kruiden voordat je ze kookt. Dit geeft extra smaak.
Laat de satéprikkers weken: Als je houten satéprikkers gebruikt, laat ze dan 30 minuten in water weken. Dit voorkomt dat ze in de pan verbranden.
Zet het gehaktmengsel 15-20 minuten in de koelkast voordat je de spiesjes maakt. Dit maakt het steviger en makkelijker te vormen en zo trekken de smaken ook beter in.
Maak je handen licht vochtig met water of olie voordat je het kipgehakt om de satéprikkers kneedt. Dit voorkomt plakken.
Bakken in de oven? Dan kun je de spiesjes ook in de oven bereiden. Bak ze op 200 °C (boven- en onderwarmte) in ca. 20 minuten, draai ze halverwege om.
Heb je veel jus over? Zet het vuur hoog en laat het inkoken tot de gewenste hoeveelheid. Blijf er wel bij staan!
Bereidingstijd
Voorbereiding: 15 minuten (aardappels en groente snijden, gehakt mengen).
Kooktijd aardappels: 22-28 minuten.
Baktijd kipspiesjes: 6-7 minuten.
Totale tijd: ca. 45 minuten.
Deze kipgehaktspiesjes met kruidige aardappels zijn dé perfecte maaltijd als je iets lekkers en makkelijks wilt maken! Ze zijn eenvoudig te maken, boordevol smaak en perfect voor een doordeweekse maaltijd of een gezellig etentje.
Stappenplan
2 Verhit de olijfolie in een pan op middelhoog vuur. Voeg de aardappels, het zout, de ras el hanout, cayennepeper, knoflookpoeder, komijnpoeder en fijngehakte peterselie toe. Meng goed door. Giet het gekookte water erbij en zet het vuur hoog tot het begint te borrelen. Verlaag het vuur en laat de aardappels 22-28 minuten sudderen, of tot ze zacht zijn. Controleer met een vork of ze gaar zijn. |